Mijn naam is Alicia, ik ben 38 jaar oud, moeder van twee kinderen, en tot voor kort dacht ik dat ik gewoon ‘te druk’ was. Druk met werk, druk met thuis, druk met leven. Tot ik ’s nachts wakker werd, badend in het zweet, mijn hart bonzend in mijn borst alsof ik net een sprint had getrokken. Eerst dacht ik aan stress. Toen aan een burn-out. Maar geen moment dacht ik: overgang.
“De overgang? Dat is toch voor vrouwen van 50?”
Dat dacht ik, en met mij zoveel andere vrouwen die ik ken. Mijn moeder heeft er nooit over gesproken. Mijn tantes ook niet. In mijn vriendinnengroep — allemaal vrouwen van kleur — praten we wel over menstruatie en zwangerschap, maar de overgang? Dat is een soort geheim onderwerp. Iets waar je pas mee bezig bent als je grijs wordt of kleinkinderen hebt. Dacht ik.
Maar mijn lichaam had andere plannen.
De eerste signalen: het begon subtiel
Het begon met kleine dingen. Ik vergat namen, voelde me prikkelbaar, kreeg ineens huilbuien zonder duidelijke reden. En dan die moeheid… geen gewone “ik heb slecht geslapen”vermoeidheid, maar het soort moe dat in je botten zit. Een soort loodzware mist in mijn hoofd en lijf.
Daarna kwamen de opvliegers.
Ik weet nog goed: ik zat in een teammeeting op mijn werk, en ineens voelde ik het. Alsof iemand een warmtekanon op mijn rug richtte. Mijn gezicht werd vuurrood, ik begon te glanzen en mijn hart bonsde. Ik probeerde te lachen en mijn notities voor te lezen, maar mijn stem trilde. Ik dacht dat ik flauw ging vallen.
Toen het voorbij was, voelde ik me uitgeput — en ontzettend beschaamd.
“Misschien ben je overspannen?” – De huisarts
Toen ik eindelijk naar de huisarts ging, zei ik: “Ik slaap slecht, heb hartkloppingen, zweetaanvallen en stemmingswisselingen.” Hij keek me aan en zei: “Je hebt gewoon veel op je bord. Misschien een beetje overspannen?”
Ik voelde me niet serieus genomen.
Ik vroeg: “Kan dit misschien de overgang zijn?”
Hij antwoordde met een flauwe glimlach: “Daar ben je nog te jong voor.”
Ik stond versteld. Want ik voelde aan alles dat mijn lichaam aan het veranderen was. Maar zijn woorden maakten me aan mezelf twijfelen.
De zoektocht naar herkenning (en frustratie)
’s Avonds typte ik voor het eerst “opvliegers op jonge leeftijd” in Google. En daarna “overgang zwarte vrouw”. En toen “perimenopauze donkere vrouwen”.
Wat ik vond? Bijna niets — zeker niet in het Nederlands. Wat artikelen over ‘de overgang bij vrouwen’, maar allemaal met witte modellen op de foto, of tips die totaal niet aansloten op mijn leefstijl, mijn ervaring, mijn lijf.
Pas toen ik overstapte naar YouTube en Engelse zoektermen intypte zoals “Black woman perimenopause”, vond ik verhalen. Echte verhalen. Amerikaanse vrouwen die openlijk spraken over hun klachten. Over zweten, slecht slapen, angstaanvallen, vergeetachtigheid. Ik keek avondenlang, met tranen in mijn ogen. Eindelijk herkenning.
Wat me verbaasde, is dat er wel degelijk wetenschappelijk onderzoek bestaat over dit onderwerp — zoals de SWAN-studie, waarin duidelijk wordt dat Afro-Amerikaanse vrouwen gemiddeld eerder en intenser overgangsklachten ervaren dan witte vrouwen. Waarom is die kennis dan zo onzichtbaar in Nederland?
Gelukkig ontdekte ik later een plek waar ik me wél herkend voelde: VitaleaFit.nl. Daar vond ik toegankelijke, begrijpelijke informatie — speciaal gericht op vrouwen van kleur in de overgang.
📌 Een artikel dat me echt hielp was: Opvliegers bij vrouwen van kleur: waarom ze heftiger zijn en wat je kunt doen
Eindelijk las ik daar dat ik niet alleen was. Niet te jong. Niet zwak. Maar gewoon een vrouw met een lichaam dat verandert — en dat gezien wil worden.
“Je moet gewoon sterk zijn, meid”
Toen ik mijn moeder vertelde over mijn opvliegers, zei ze: “Ach, ik had dat ook. Gewoon doorgaan. Dat hoort erbij.”
Toen ik het mijn tante vertelde, zei ze: “Ik had het rond mijn veertigste, maar ik praatte er niet over. Dat deed je gewoon niet.”
We zijn opgegroeid met het idee dat sterke zwarte vrouwen alles aankunnen. Dat we niet klagen. Dat we doorgaan.
Maar dat beeld heeft me jarenlang uitgeput. Het hield me stil, terwijl mijn lijf om hulp riep.
Kruiden, thee en zelfonderzoek
Omdat ik van de huisarts weinig hulp kreeg, begon ik zelf te zoeken. Ik begon kruiden te drinken: saliethee, rode klaver, venkel. Ik paste mijn voeding aan: minder suiker, meer groenten, omega-3. En ik begon te wandelen. Niet om af te vallen, maar om rust te vinden in mijn hoofd.
Langzaam merkte ik verschil. De opvliegers kwamen nog, maar minder heftig. Mijn slaap verbeterde, en ik voelde me mentaal weer iets stabieler.
Maar de echte verandering kwam toen ik mijn ervaring begon te delen. Eerst met een vriendin, toen met nog een. En ineens bleek ik niet de enige te zijn.
Toch blijft het eenzaam
Wat me het meeste pijn doet, is dat ik dit grotendeels in stilte moet dragen. Op mijn werk weet niemand het. In mijn familie praten we er amper over. En in de zorg word ik niet altijd serieus genomen.
Soms voel ik me letterlijk alsof ik in brand sta — vanbinnen en vanbuiten — en niemand ziet het.
Ik weet dat ik niet de enige ben. Steeds vaker hoor ik fluistergesprekken tussen vriendinnen. “Ik slaap slecht.” “Ik heb rare moodswings.” “Mijn cyclus is veranderd.”
Maar we durven het nog niet hardop te zeggen:
Dit is de overgang. En we zijn pas 38, 39, 41.
Wat ik andere vrouwen wil meegeven
💬 “Je bent niet gek. Je lichaam liegt niet.”
💬 “Je bent niet te jong. De overgang heeft geen vaste leeftijd.”
💬 “Je mag hulp vragen. Ook als anderen zeggen dat het ‘erbij hoort’.”
💬 “Je hoeft niet sterk te zijn voor iedereen. Alleen voor jezelf.”
En vooral: je bent niet alleen. Ook al lijkt het soms wel zo — omdat onze verhalen ontbreken in de Nederlandse media, blogs en gezondheidsplatforms.
Wat ik nu doe (en jij misschien ook kunt proberen)
- Ik drink elke ochtend een kop saliethee of gemberthee.
- Ik neem vitamine D3, magnesium en omega 3.
- Ik probeer te eten volgens mijn cyclus (meer rust in de tweede helft van de maand).
- Ik heb een app waarin ik mijn stemmingen, opvliegers en energie bijhoud.
- En ik heb één vriendin met wie ik alles deel — zonder filter.
Er komt een dag…
… dat we als vrouwen van kleur massaal zeggen:
“Wij hebben ook recht op herkenning, op hulp, op rust.”
Dat de overgang niet langer een taboe is. Niet iets om alleen te dragen, met een glimlach en een natte rug.
Die dag begint misschien bij jou. Bij het lezen van dit verhaal. Bij het delen ervan met een vriendin. Bij het vragen aan je moeder: “Hoe was het voor jou?”
Tot slot
Ik ben Alicia. 38 jaar. Donkere vrouw.
Ik ben niet gek. Ik ben niet zwak.
Ik ben gewoon… in de overgang. En dat mag er zijn.























